“IK VAL AAN, VOLG MIJ” (1): WAAROM DEZE AANVAL?
In het aangehechte tijdschrift
staat op de pagina’s 8 en 9 een bespreking van het boek dat ik vorig jaar publiceerde over de betekenisloze kwaliteit van onze politieke ambtsdragers in de Tweede Kamer. Het effect van een periode van 46 jaar politiek monopolie van CDA en VVD. Elk monopolie bederft. Een politiek monopolie het meest.
Het politieke ambt is het belangrijkste ambt ter wereld. Maar ‘dé politiek’, de manier waarop dagelijks dat ambt wordt uitgeoefend is de primaire oorzaak van de huidige politiek-maatschappelijke problemen. Niet de oplossing.
In een slijtageproces vanaf medio jaren zeventig raakte de Tweede Kamer grotendeels bevolkt met personen zonder enig besef van de grondslagen van het politieke ambt. Een ambt, dat als geen enkel ander ambt stoelt op Rechtsstatelijkheid. Dat stelsel steunt op zijn beurt op:
o Recht, in de vorm van gecodificeerde principes en aanvaarde leerstukken van moraliteit, die bakens die aangeven wat goed of fout is,
o Rechtmatigheid, het resultaat van een correcte toepassing van die principes en leerstukken, en
o Rechtvaardigheid, dat wat eenieder toekomt.
Met de komst van het ‘geitenpaadjesbestuur’, het ter discussie stellen van hoekstenen van rechtsstatelijkheid en het ondermijnen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht werd een nieuw, maar slechts tijdelijk dieptepunt bereikt. Er dreigt een nog diepere val.
De poging om de problematiek van de ‘asielopvang’ te tillen naar het niveau van een ‘asielcrisis’ is een vorm van détournement de droit: het recht misbruiken voor een ander doel dan waarvoor het is geschreven. Nota bene door parlementariërs. Dit getuigt van een aan kwaadwilligheid grenzende onbenulligheid waardoor het bovengronds ‘geitenpaadjesbestuur’ gaat doorzakken naar ondergronds ‘wormgatenbestuur’. Rechtsstatelijkheid zal dan wegzakken in de sinkhole die de wormgaten veroorzaken.
Doorgaan met het bevolken van de Tweede Kamer met populisten, nationalisten, neofascisten en anderen zonder diepgaande kennis van, en inzicht in de grondslagen van het politieke ambt is de weg naar een heerschappij van het gepeupel, een ochlocratie.
Daarom beschrijf ik in het besproken boek het nut van - en de noodzaak tot - aanpassing van artikel 3 van de grondwet: ‘Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar’. De gangbare interpretatie hiervan is: “Je hoeft niet met een diploma (kennis/inzicht) en met een medisch attest dat je niet van de ratten besnuffeld bent (mentale en morele geschiktheid) aan te tonen dat je tot dat ambt gekwalificeerd bent”.
Die interpretatie is niet langer houdbaar.
Mijn boek beschrijft o.m. het noodzakelijke traject om met aanpassing van Artikel 3 Grondwet de Tweede Kamer op het niveau te brengen dat past bij de hoogste gezagsdrager van ons land: de Tweede Kamer.
Een herziening van Artikel 3 is temeer noodzakelijk nu nog steeds geen gevolg is gegeven aan een bijzonder aspect uit de memorie van toelichting op de herziene tekst van artikel 3 bij de grondwetsherziening in 1983, namelijk dat ook vreemdelingen tot onze openbare dienst benoembaar zijn. Ga daar maar eens op kauwen.
Wie mijn zorgen deelt vraag ik om dit stuk met bijgaande boekbespreking op ruime schaal door te sturen aan relaties en zo mogelijk ook te verspreiden via sociale media. Leg verbindingen. Laten we daarna de balans opmaken van de reacties.
De ouderen onder u zullen bij het lezen van de voetnoot in de boekbespreking begrijpen waarom ik dit aanbied met “Ik val aan, volg mij.”
mr. dr. Leo Klinkers
bestuurskundig adviseur
27 april 2024
Comments